De afdrachtregeling is in 1990 door het congres van GroenLinks vastgesteld. Op 18 maart 2000 heeft het congres tot verandering van de regeling besloten per 1 juli 2000. In 2005 en 2009 is naar aanleiding van discussies in de partijraad en het partijbestuur de regeling aangepast.
Geldigheid
De afdrachtregeling van GroenLinks geldt voor volksvertegenwoordigers; (duo)leden van (deel)gemeenteraden, Provinciale Staten, Tweede Kamer, Eerste Kamer en Europees Parlement) en bestuurders (stadsdeelbestuurders, dagelijks bestuurders van deelgemeenten, wethouders, burgemeesters, gedeputeerden, commissarissen van de Koningin, staatssecretarissen, ministers en eurocommissarissen).
Afdracht Criteria
De afdrachtregeling is gerelateerd aan de wettelijk vastgestelde vergoeding voor vertegenwoordigende c.q. bestuurlijke arbeid en wordt als volgt vastgesteld: a. Voor (duo)leden van (deel)gemeenteraden, Provinciale Staten en Eerste Kamer is de afdracht 10 procent van de bruto vergoeding. b. Voor parttime - wethouders, wethouders in kleine gemeenten, stadsdeelbestuurders en dagelijks bestuurders van deelgemeenten (tot klasse 4) is de afdracht 10 procent van de bruto vergoeding. c. Voor volksvertegenwoordigers en bestuurders met een bruto vergoeding hoger dan het maximum in klasse 4 doch die niet hoger is dan de maximale vergoeding van klasse 5a bedraagt de afdracht 12,5 procent. Bij een hogere vergoeding dan het maximum in klasse 5a bedraagt de afdracht 12,5 procent over dit bedrag plus 15 procent over het meerdere.
Vrijstellingsregeling
Er kunnen redenen zijn om (gedeeltelijke) vrijstelling van afdracht aan te vragen. Daartoe gelden de volgende criteria:
a. Vrijstellingsgrens Als een totaal bruto jaar inkomen niet hoger is dan de maximale raadsvergoeding in de grootste gemeente kan aanspraak worden gemaakt op vrijstelling van de afdrachtverplichting.
b. Armoedeval Mits het bruto jaarinkomen na aftrek van afdracht onder de onder a genoemde grens komt, kan (gedeeltelijke) vrijstelling worden aangevraagd.
c. Uitzonderingen In bijzondere gevallen kan een verzoek worden gedaan om gedeeltelijke of gehele vrijstelling van de afdracht.
Vrijstellingen worden per kalenderjaar verstrekt en dienen per kalenderjaar te worden aangevraagd bij de afdeling financiën van het landelijk partijbureau.
Afdrachten aan afdelingen
Afdelingen mogen nadere afdrachten bedingen bij hen die in aanmerking komen om een afdracht te doen. Deze extra afdrachten kunnen echter niet ten koste gaan van de afdrachten aan GroenLinks landelijk; de landelijke afdracht gaat altijd voor.